Sjeng Geurts

Sjeng Geurts woont samen met zijn gezin bij aanvang van de Tweede Wereldoorlog op de Wilhelminasingel 89. Geurts is aanvankelijk een tijd marktmeester voor de gemeente Weert maar wordt in 1933 als hoofdagent bij de gemeentepolitie benoemd. Zijn broer Teun, evenals hij actief met verzetswerk, woont bij hem in. Sjeng Geurts probeert als contactpunt van de Landelijke Onderduikorganisatie (LO) te middelen, te helpen en te waarschuwen. Eveneens verspreidt hij informatie voor verzetsgroepen, compromitterende stukken als bonkaarten en valse persoonsbewijzen en illegale kranten. Geurts komt voortdurend in een spagaat doordat hij in opdracht van de bezetter als politieman bevelen moet opvolgen die in strijd zijn met zijn persoonlijke opvattingen. Op het politiebureau werken veel NSB’ers en er is sprake van een onveilige werksituatie en een heftige concurrentiestrijd die zich na de oorlog voorzet.