Marie Andrée Hermans

Marie Andrée Hermans woont op de Oelemarkt 10, waar haar stiefvader August een dokterspraktijk heeft. Marie Andrée werkt in mei 1940 als leerling-verpleegster in Arnhem in een veldhospitaal waar Duitse soldaten moeten worden verzorgd. Begin mei 1943 vraagt kapelaan Jean Slots haar om verzetsactiviteiten te verrichten. Er ontstaat vanaf mei-juni 1943 het georganiseerd verzet, de Landelijke Onderduikorganisatie (LO). Vanaf oktober 1943 neemt zij zitting in de Districtsraad waarbij zij de financiën beheert. Samen met haar broer Guust onderhoudt zij het contact met het gewest Limburg, waar zij als enige vrouw aan de gewestelijke vergaderingen deelneemt. Marie Andrée smokkelt regelmatig bonkaarten, die zij tijdens treinreizen onder haar kleding verstopt, en bezoekt geheime vergaderingen. Na de overval van de Duitsers op het pensionaat St. Louis in juni 1944, waarbij Guust wordt gearresteerd, duikt Marie Andrée onder en keert pas in oktober 1944 terug naar Weert.