Naar inhoud
Layout top

Gedicht Paul Sterk

Uitgesproken tijdens de herdenking van 75 jaar bevrijding van Weert bij het Suffolk-monument, 22 september 2019

Vlinders in september

Soms zie je in september vlinders
zwerven over de Weerterheide
met vleugels die makkelijker breken
dan een uit de hemel gevallen engel.
Nu weet ik inmiddels meer
van engelen dan van vlinders.
Daarom kijk ik alleen maar
sprakeloos
naar hun wervelingen in de hoop
een sprankje van hun ziel bloot te leggen.

Ze zijn er altijd
al geweest.

De Tommy die op 22 september 1944
de helm met camouflagetakken
van zijn bezwete hoofd afzet
glimlacht zodra hij ziet
hoe een vlinder op zijn helm neerstrijkt en
met gekruiste voorpoten stil om vrede bidt.

Wie goed zoekt
zal ze zeker vinden, vlinders in september.
Het najaar wacht bedaard.
Ze zouden misschien moeten gaan
maar om redenen die wij maar
half doorgronden
doen ze het nu nog niet.
Met hun frêle vleugels weten ze
zich volslagen vrij en weerloos tegelijk.
Vlinders begrijpen alles van afscheid nemen.
Ze voelen wanneer de winter komt.
Geen wet of landsgrens houdt vlinders tegen.
Alleen mensen kunnen zoiets bedenken.
Vlinders hebben daar geen boodschap aan.
En terecht.

Het is eind september en het seizoen rekt zich uit
als een voetbalwedstrijd in blessuretijd.
Gewoonlijk winnen dan de Duitsers, leren ons de statistieken.
Voetbal is geen oorlog, hoezeer de Generaal ons iets anders voorspiegelde.
Het omgekeerde is nog minder het geval, beseft ook
de Tommy die op 22 september 1944
met samengeknepen ogen
in het tegenlicht van de zon
het profiel van een vlinder volgt bij zijn vlucht
opgelucht dat zijn regiment weer een bezette stad heeft verlost.
Een teken
dat beschermengelen zich het liefst
met écht belangrijke dingen bezig houden.

Zonder dat ze het zelf in de gaten hebben zijn vlinders opmerkelijk machtig;
uit een enkele slag van hun vleugels kan maanden later een wervelwind ontstaan.
Een onderzoeker heeft me ooit verteld hoeveel vleugelslagen
een vlinder op een dag maakt.
Het aantal was indrukwekkend, alleen ben ik het vergeten.
Soms stijgt wat ik geweten heb op eigen houtje ten hemel
om als een sneeuwvlok terug te keren.
De winter is nooit heel ver.

Andere getallen blijven me achtervolgen met de precisie van een atoomklok.
27393 dagen geleden werd Weert bevrijd.
Het is een wonderlijk getal: 27-3-9-3.
Je ziet allemaal combinaties rondom het getal 3.
27, de 2 en de 7, die samen opgeteld de 9 vormen
27:3=9, zoals 9:3=3.
Wanneer je het cijfer 3 een kwartslag draait
herken je dan ook
het verre silhouet van klapwiekende vleugels?
Vlinders en engelen zijn dichterbij dan je denkt.

Ik ben vrij
om dit soort gedachten te hebben
dingen te zien die er in de ogen van anderen misschien
niet zijn
of het nu om de systematiek van getallen gaat
of de slagkracht van vlinders.
Ik ben vrij
om ze op te schrijven en uit te spreken
hardop en zonder schroom
of u er wel of niet
ook maar een snars van snapt
of u het mooi vindt of niet
of u het te lang vindt duren of te kort
omdat u voetbal wél de belangrijkste bijzaak van het leven vindt
omdat u doof bent voor de zang van engelenkoren
ijl in de septembernacht
en u misschien meewarig denkt:
jongen, waar gaat dit eigenlijk allemaal over?

En nu fladderen wat getallen als vlinders door de lucht
om met een trage slag langs het kanaal de verte in te verdwijnen
gestreeld door een verdwaalde bries uit de nazomer.

Maar niemand
pakt mij op en voert mij af.

Terwijl het gevleugelde getal drie zich omvormt tot de drie-eenheid van
geloof, hoop en liefde
zoals in de eerste brief van Paulus aan de Korintiërs
het 13e hoofdstuk, het 13e vers waarin Paulus zegt:
zo blijven dan geloof, hoop en liefde, de grote drie; maar de liefde is de grootste.

Ik spreek nu vrijuit
dankzij een weerbarstig pad van 27393 dagen
want via een omweg die onvermijdelijk is
komen we uit bij de liefde.
Paulus de dichter, die begreep dat je het leven
ernstig moest nemen, maar niet al te letterlijk.
En dat vrije woorden meer zijn
dan alleen maar aaneenschakelingen van wat letters.
Sterker dan een pantservoertuig.
Luider dan een bom die vanuit een vliegtuig naar beneden suist.
Stiller dan een vlinder in gebed verzonken.

En wie zou ik zijn
- een naamgenoot, een dichter wellicht ook -
om te durven ontkennen dat liefde het grootst van alles is?
Groter dan al die 27393 jukloze dagen.
Groter dan de vleugelslagen van al die
vlinders van geloof, hoop en liefde.

En als het weer winter wordt
en een ijzige wind over ons waait
weet ik dat het ooit een keer
goed zal komen
zolang er in september
op de Weerterheide
vlinderkinderen dansen.

Layout bottom